Inhoudelijke studie




Impressionisme


Het impressionisme is een kunststroming die op gang kwam rond 1874 in Frankrijk. Deze stroming was niet bijzonder geïnteresseerd in wát ze afbeeldden. Het ging er om op welke manier deze afbeelding was gemaakt. De lichtval en kleuren waren erg belangrijk. Ook het verfgebruik was belangrijk, het ging vaak niet om de details. Hieronder zullen verschillende kenmerken van het impressionisme worden besproken. Daarna zal ik bekende schilders en werken bespreken aan de hand van de gelezen literatuur.

Kenmerken

Het impressionisme kenmerkt zich door een aantal termen. Lichtval, natuur en kleur zijn daar drie van. Impressionistische schilderijen kunnen overkomen als slordige schilderijen, omdat de schilders zich lieten inspireren door de natuur. In de natuur verandert de lichtval elke seconde, daarom kun je niet precies schilderen wat je ziet. Het licht maakt het beeld dus dynamisch. Er wordt niet één beeld weergegeven, maar meer een impressie van beelden die elkaar opvolgen.

De natuur is vaak een inspiratiebron geweest voor schilders uit de 19e eeuw. In deze tijd was de romantiek de overheersende stroming. Dit was een visie die mensen toen hadden, die zich richtte op het gevoel en de verbeelding. De tegenhanger van de romantiek en ook zijn voorganger in de tijd is de Verlichting, een tijd waarbij alles rationeel werd bekeken. Dit gevoelige, beeldende karakter komt zeker ook tot uiting in de kunst. Zoals al gezegd is, gaat het niet zozeer om de afbeelding zelf, maar om de manier waarop de zaken zijn afgebeeld. Het gaat dus om de beleving van het tafereel en de gevoelens die erbij spelen.

Hier komt ook de kleur aan de orde. Door de lichtval veranderen de kleuren van dingen vaak. Als de zon op een blad valt is het heldergroen, terwijl het in de schaduw soms grijs lijkt. Dit hebben impressionistische schilders zoals Monet weer willen geven. Dingen hebben niet een kleur, maar zijn een combinatie van kleuren en licht. Dit is ook een reden waarom impressionistische schilderijen vaak uit hele kleine vlakjes bestaan, om zo alle kleuren weer te geven en de mogelijkheden weer te geven. Hierdoor zou het beeld echter zijn en beter uitbeelden hoe de werkelijkheid is.

Een andere reden waarom de natuur in impressionistische schilderijen zo centraal staat, is omdat  mensen zich in de romantiek afzetten tegen de opkomende industrie. De natuur werd geromantiseerd. Mensen zagen in de natuur de puurheid van de wereld en impressionistische schilders wilden dat graag afbeelden.

Impressionistische schilders wilden dus graag afbeelden hoe iets er in hun ogen écht uitzag. Niet alleen een momentopname weergeven, maar ook de echtheid en het gevoel en de beleving van iets in het schilderij verwerken. Een oorzaak hiervoor was ook de opkomst van de fotografie: Een momentopname kon steeds makkelijker gemaakt worden. Dit was toch ook iets wat impressionisten mooi vonden: Een momentopname geeft ook weer hoe iets er echt uitziet. Dit probeerden ze te benaderen.



Kunstenaars en hun werken

 Monet

Misschien wel de bekendste impressionistische schilder is Monet (1840-1926). Hij is de schilder van De Waterlelies, een schilderij wat bijna iedereen kent.

Monet is een duidelijk voorbeeld van een impressionistische schilder. In zijn werk zie je duidelijk het werken met kleine vlakjes terug. Ook zie je, als je van dichtbij kijkt, dat er veel verschillende kleuren naast elkaar worden gebruikt. In het plaatje hiernaast zie je ook het gebruik van schaduw en lichtval. Het gras onder de brug is geschilderd met veel minder helder groen dan het gras aan de andere kant.

Deze brug is een brug die Monet in zijn eigen tuin had staan. Het is een japanse brug, waar Monet vele schilderijen van heeft gemaakt. Japan was in die tijd een belangrijk land, omdat de handel met Japan net op gang kwam. Impressionistische schilders en dus ook Monet waren geïnspireerd door Japanse platen die meekwamen naar Nederland.


Renoir

Hiernaast zie je Renoirs ‘Het bal bij Moulin de la Galette’. Gelijk valt op dat het erg waarheidsgetrouw is geschilderd. Renoir (1841-1919) heeft geprobeerd de situatie zo echt mogelijk weer te geven. Dit is ook een duidelijk voorbeeld van dat impressionistische schilders graag momenten vastlegden. Er is maar één moment geweest dat deze mensen allemaal precies zo hebben gestaan, of misschien niet eens. Het gaat er om dat het een beeld is van een moment. Weer valt ook de lichtval op. Je ziet de lichtval door de bladeren van de bomen op de mensen. In één enkele jas worden vele kleuren gebruikt, om zo dicht mogelijk bij de realiteit te komen.

Een ander bekend werk van Renoir is Dance a bougival. Dit is ook een voorbeeld van een momentopname. Ook zie je hier dat wat er precies was, er niet toe deed. De bomen op de achtergrond zijn geschilderd zonder detail. Het gaat om het gevoel tussen deze 2 mensen en het moment wat zij deelden, dansend in Bougival.



Cézanne

Bij het werk ‘De Roker’van Cézanne (1839-1906) valt op dat er is geschilderd met vlakken. Je ziet waar geschilderd is en de kleuren lopen niet in elkaar over. Er is een duidelijk contrast tussen helder en donker, licht en schaduw. In dit schilderij zit een man te roken. Dit schilderij moet het niet hebben van een spannend verhaal. De man heeft geen leven in zijn ogen, hij zit onderuitgezakt en doet niks. Dit schilderij is interessant door de kleuren en de verftechniek. Dat is typisch voor het impressionisme. Het gaat erom hoe het is weergegeven. Hoe heeft de schilder dit moment beleefd?


Dat het niet gaat om het verhaal van het schilderij, zie je ook in de vele stillevens die er in de 19e en begin 20e eeuw zijn geschilderd. Hieronder een voorbeeld van Cezanne.
Hier zie je weer de lichtval en de schaduwen en de heldere kleuren van de appels tegen de donkere, zachte kleuren van de muur en de mand. Hier wordt ook weer de natuur geromantiseerd: wat een mooie rode appels, moet Cézanne gedacht hebben.

Impressionisme in zijn tijd

In de inleiding zijn al een aantal factoren beschreven die het impressionisme in zijn tijd hebben beïnvloed. De industrie en de opkomst van de fotografie zijn daar voorbeelden van. In dit stuk, ga ik verder in op zaken die invloed hebben gehad op het ontwikkelen van het impressionisme, maar ook op invloeden die het impressionisme hebben tegengehouden. Het impressionisme werd namelijk niet gelijk geaccepteerd, terwijl het nu niet overkomt als een aanstootgevende kunststroming. De kleuren en afbeeldingen zijn helder en aangenaam. Waarom was het impressionisme niet gelijk een geaccepteerde kunststroming?
De bourgeoisie, de rijke burgers, waren rijk geworden door de opkomst van de industrialisatie. Deze mensen waren dus niet zo romantisch als de impressionistische schilders. Zij waren bang voor grote veranderingen op elk gebied en wilde liever alles houden zoals het was. Deze rijke mensen waren echter ook de mensen die kunst kochten. Hierdoor sloeg het impressionisme in het begin niet aan, omdat de rijke mensen die het konden veroorloven er niets van moesten weten. In de verlichting was alles rationeel geweest en daar had de bourgeoisie veel aan gehad, zij wilden dus liever niet veranderen. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten